Pater Hubert Gillard (1936 – 1985)

Een jongen van bij ons
Een martelaar in Bogota

huis

Hubert Gillard werd geboren op 21 juli 1936 in de Dorpstraat te Gingelom, straat die ter herinnering aan deze uitzonderlijke dorpsgenoot in de jaren 80 de naam Pater Gillardstraat kreeg.

Zijn vader…. zijn moeder….Hij was een jongen zoals alle anderen, zeer open van karakter, een aangenaam vriendje voor allen die hem gekend hebben. Zijn lager onderwijs  volgde hij in de vrije basisschool te Gingelom. Op twaalfjarige leeftijd werd hij intern in het Sint -Alloysiuscollege te Zepperen. Hij gedroeg zich aldaar als een lieve, joviale,  zeer sociaal gerichte jongen. Stilaan voelde hij in zich de priesterroeping groeien. Als negentienjarige trad hij binnen in de congregatie van de Assumptionisten te Kapellen- op-den-Bos. Hij legde zijn kloosterbelofte af te Taintignies op 29 september 1956. Te Heverlee werd hij priester gewijd op 17 maart 1962. Hij deed zijn plechtige eremis te Gingelom op 23 april 1962.

pat
miss

Daarna volgde hij nog geschiedenis en kunstgeschiedenis aan de KU Leuven. Alzo werd hij als kunstminnaar bevriend met verschillende Limburgse kunstenaars. Dan werd hij leraar in het Alloysiuscollege te Zepperen. Maar, gedreven door zijn sociale ingesteldheid, komt hij in contact met pater Jerome Joris van Mielen, missionaris in Columbia, die langzamerhand het missionarisgevoel in hem wakker maakt.

In 1965 neemt hij afscheid van familie en vrienden en vertrekt naar Columbia waar de Assumptionisten zich bezig houden met onderwijs en parochiewerk in de armenwijken.
Gedurende 2 jaar is hij prof aan de universiteit van Bogota waar hij de Spaanse taal grondig leert spreken.
Stilaan komt hij meer en meer in contact met de armoede van de lokale bevolking zodat hij resoluut kiest voor werk in de sloppenwijken van Medellin.

In 1970 verhuist hij naar Cali. Het is een industriestad met 1.600.000 inwoners, gelegen in een zeer vruchtbare streek, bebouwd met suikerriet, soja, maïs, bonen en  koffie. Helaas, 98% van de gronden is in bezit van industriëlen en grootgrondbezitters. Tussen 30% en 40% van de bevolking is werkloos, zonder werkloosheidvergoeding, ziekteverzekering of pensioen.

Op vraag van de aartsbisschop van Cali sticht hij de parochie : “El Santo Evangelio” Samen met pater Jerome Joris beheren ze 8 parochies, meer dan 157.000 zielen.

Daar ter plaatse verrichten zij titanenwerk : vanaf 1972 wordt er dagelijks aan 2.000 kinderen ontbijt bezorgd; hij zorgt voor wegenaanleg, riolering, drinkbaar water en elektriciteit; hij krijgt van de overheid toelating om voor de armen goedkope huizen, scholen en een dispensarium te bouwen. . Hij richt een technische school op met houtbewerking voor de jongens en confectie voor de meisjes. De kinderen worden massaal gevaccineerd en er komt een ambulant team met een dokter en verplegend personeel. Zo doet men naarstig verder gedurende 5 jaar. Maar dan zien ze dat het nog te weinig is!!

gil3

In 1977, met financiele steun van Novib, een Nederlandse organisatie voor hulp aan derde wereldlanden en van de Belgische organisatie “Abos”, richt hij een V.Z.W. op, de “junta civica-pastoral” om de armen beter te leiden. De stad Cali geeft gratis de grond aan de V.Z.W. Hijzelf wordt president. Zo wordt een ambachtsschool opgericht. Later pas bouwt men een grote vergaderzaal die tevens dienst doet als kerk. De rijken beginnen zich langzamerhand te ergeren dat hij de armen mondiger maakt en dat alzo goedkope werkkrachten verloren gaan.

gil8

Ondertussen onderhoudt Pater Gillard een intens contact met zijn Gingelomse familie en vrienden via talrijke brieven.

En dan gebeurt het grote drama : 10 april 1985.

Toen hij terugkeerde van een vergadering van “De beweging van de burgerlijke en pastorale problemen”, een centrum door hem opgericht in een armenwijk van Cali, opende een militaire controlepost om onbekende reden, het vuur op de jeep. Mogelijk negeerde hij een versperring alhoewel de lokale bevolking van de barrio-wijk er steeds aan heeft getwijfeld.  Hij zelf bestuurde het voertuig en bracht de anderen naar huis. Hij werd geraakt door 5 kogels, waarvan één zijn schedel doorboorde en de kleine hersenen verbrijzelde.  M. Noemi, secretaresse van Caritas Catholica , kreeg drie kogels in haar lichaam. Twee troffen haar in de heup, een derde in de rug en perforeerde daarna de ingewanden. Na het ongeval wordt er een confrater van pater Gillard bijgehaald die de sacramenten der stervenden toedient aan beide slachtoffers. Daarna pas worden ze overgebracht naar het “El Seguros-ziekenhuis” van Cali. Daar werd de kogel in het achterhoofd heelkundig verwijderd. Pater Hubert bleef echter in coma. Er werd overwogen een Belgische neuroloog te laten overvliegen maar daar werd van afgezien toen bleek dat een team van uitstekende neurologen zich bezig hield met zijn verzorging. Ondertussen vertrekken zijn 2 broers, Theo en Alfons naar Colombia. Ze worden er opgewacht door de Belgische ambassadeur en door pater Jerome Joris, zijn collega bij de paters Assumptionisten. Helaas,  zijn gezondheidstoestand gaat achteruit, zijn lichaam takelt af, hij doet nu ook een nierfalen. Op 26 oktober sterft hij in het hospitaal te Cali.

bel

Op zijn uitvaart in zijn parochie te Cali waren meer dan 5.000 aanwezigen. Nog dagelijks worden verse bloemen gelegd op zijn graf dat een kleine bedevaartplaats is geworden bij de plaatselijke bevolking.

Er blijft echter steeds een sfeer van geheimzinnigheid zweven aangaande het gebeuren. Opvallend is dat na de schietpartij het leger niet meer werd gezien in de barrio-wijk. In Cali en Bogota waren spontane protestacties. Het leger heeft via de televisie gemeld dat er een fout is gebeurd. Het ministerie van buitenlandse zaken, de congregatie van de paters Assumptionisten en de Belgische ambassadeur in Colombia blijven nauw contact hebben met elkaar.

col
tind
beld

Remi Celis, keramist-beeldhouwer en sinds jaren vriend van pater Hubert, vatte het plan op om te Cali een beeld te maken, als monument ter herinnering aan al wat pater Hubert in Cali had opgericht. Het werk bestaat uit 2 kolommen : de eerste kolom stelt pater Gillard zelf voor als bezielende kracht. De tweede kolom stelt de vonk voor van pater Gillard naar het volk van Colombia toe. Samen met Raf Verjans, edelsmid, ook een vroegere vriend van de pater, brachten zij het kunstwerk tot stand. Het werd geplaatst op het eerste verdiep van een technische school die Hubert  had gebouwd.