Dokter August Kempeneers (1812 – 1889)

August Kempeneers werd op 13 november 1812 geboren te Klein-Vorsen als jongste telg in het gegoede landbouwersgezin van Jan Pieter Kempeneers, gehuwd met zijn nicht Maria Elisabeth Kempeneers.

Tijdens het Hollands bewind, van 1825 tot 1830, deed hij zijn humaniora aan het college van Sint-Truiden. Daarna volgden 5 jaar studie aan het groot seminarie van Luik. Op 16 augustus 1835 ontving hij er zijn priesterwijding.

Geboortehuis Dr. Kempeneers

Nog datzelfde jaar werd hij door zijn bisschop, Mgr. Van Bommel, naar de pas heropgerichte universiteit van Leuven gezonden om theologie te gaan studeren. De jonge boekenwurm werd in 1838 universitair hulpbibliothecaris, promoveerde in 1839 tot licentiaat en doctoreerde 2 jaar later op een politiek toen zeer geladen onderwerp : het pauselijke primaatschap. Zowel in Leuven als in zijn geboortedorp werd de eerste doctor canoniek recht van de prille Katholieke Universiteit duchtig gevierd. Bij de huldiging in Montenaken kwam er zelfs vuurwerk aan te pas.

kemp3

Twee maanden na zijn promotie vinden we Kempeneers terug in het seminarie te Luik, als leraar canoniek recht en kerkgeschiedenis. Later verkreeg hij ook een cursus christelijke oudheidkunde. In 1845 werd hij lid van de bisschoppelijke raad en synodaal examinator. Sedert 1851 was hij ook nog bibliothecaris van het seminarie.

In zijn onderwijs had de jonge Kempeneers zijn gematigde denkbeelden, vooral over het vreedzaam samenleven van de Kerk en de liberale Belgische Staat, nooit onder stoelen of banken gestoken. De conservatieve Théodore de Montpellier, die in 1852 Mgr. Van Bommel opvolgde als bisschop van Luik, bracht dan ook weinig waardering op voor de briljante poulain van zijn voorganger. In 1854 wou hij Kempeneers “wegpromoveren” tot pastoor van het afgelegen Bocholt, maar die bedankte feestelijk, nam ontslag uit al zijn functies en trok zich gekrenkt doch waardig terug bij zijn oude moeder in Klein-Vorsen.

De resterende 45 jaar van zijn leven wijdde Kempeneers grotendeels aan geschiedkundige opzoekingen en publicaties over zijn geboortestreek. In 1859 publiceerde de Koninklijke Academie zijn studie over de burggraven van Montenaken. Twee jaar later verscheen zijn ruim 1000 pagina’s tellende levenswerk over de gelijknamige vrijheid. De daaropvolgende jaren leidde hij samen met Henri Schuermans de grootscheepse archeologische opgravingen die voor het eerst het Romeinse verleden van Haspengouw blootlegde. Zijn laatste publicatie, een vulgariserende studie over het heiligdom van Steps, verscheen in 1887 : daarmee had de productieve auteur in totaal 22 boeken en artikels op zijn naam staan.

Kempeneers was bepaald geen kamergeleerde : hij streed voor zijn overtuigingen en schrok niet terug voor publieke stellingnames. Als religieus geïnspireerd flamingant die de “Vlaamse Christen-mens” vooral wou behoeden voor de liberale en antiklerikale franjes van de oprukkende Franse cultuur, schreef hij zijn boek over de Vrijheid Montenaken in de volkstaal. Binnen de parochie wierp hij zich gaandeweg op als “éminence grise”, die geregeld de knuppel in het politieke hoenderhok gooide : de huidige Stepskapel en Sint-Rumolduskapel waren er zonder zijn actief lobbywerk nooit gekomen.

Kempeneers stierf aan een beroerte op 10 juli 1889, op 77-jarige leeftijd. Hij schreef ooit : “Lauda Post Mortum (lofuitingen komen pas na de dood)”.
Dat bleek een profetische uitspraak, want pas tijdens de stepsfeesten van 1963 werd hij gehuldigd met een straatnaam en een monument op de Groenplaats te Klein-Vorsen. Dat was rijkelijk laat, maar zeker niet onverdiend.

Het vroegere monumentje ter ere van dr. Kempeneers voor Den Dries
Het aandenken aan August Kempeneers aan de buitenmuur van Den Dries