De kapel van St. Job ligt aan de taalgrens in het gehucht Hasselbroek, op de kruising van de weg Borgworm-Sint-Truiden (N789) en Landen-Borgworm (N752). De nabije aanwezigheid van een statige lindeboom geeft het pleintje een idyllisch uitzicht.
Reeds in 1078 werd er hier, gebaseerd op geschriften en betalingen aan het kapittel van St.-Jan te Luik, melding gemaakt van een kapel. De oude kapel is echter niet meer… De huidige kapel dateert uit de eerste helft van de 18e Eeeuw. Jean Henri de Bormans van Hasselbroek heeft de kapel als slotkapel laten herbouwen, omdat het kasteel te ver verwijderd was van de parochie. Hij stierf op 30 december 1764 en werd in de kapel begraven. De familieleden van de eigenaar van het kasteel van Hasselbroek mochten eveneens bij overlijden in de kapel begraven worden. Ook het beneficie en het recht om predikanten te benoemen behoorde toe aan de eigenaar van het nabijgelegen kasteel. Het kasteel is nog steeds met een dreef verbonden met de kapel.
De kapel werd op 14 februari 1754 ingewijd door de E.H. Jacquet, bijgestaan door pastoor Pieter Jan Vannitsen. Deze laatste wist trouwens na een jarenlange rechtstrijd de goederen en kapitalen van de kapel te recupereren die door een besluit van koning Willem I werden aangeslagen en publiekelijk verkocht in Maastricht op 30 juli 1828.
In de loop van 1864 vonden er restauratiewerken plaats daar de kapel erg geleden had onder verwoesting van de Franse troepen op het einde van de 18e eeuw en stilaan bouwvallig werd.
Het resultaat is een eenbeukige kapel op een rechthoekige plattegrond met schip (8,65m.x 8,40m.) en smaller koor (5,42m.x 6,30m.).
Het is een bakstenen gebouw met verwerking van mergel en kalksteen. De driehoekige afgeknotte voorgevel geeft aan het gebouw een sierlijk uitzicht.
In het leien zadeldak van het schip is een dakruiter met kruis verwerkt, welke dienst doet als klokkentoren. Het torentje is bereikbaar langs een rondboogvenstertje met negblokken van mergel aan de buitenkant van de kapel.
De toegangsdeur is voorzien van een offerblok. Het achtergebouwtje dat de sacristie herbergde werd in de jaren 1960-1970 afgebroken.
Het interieur is bepleisterd met een pseudo-kruisribgewelf in schip en koor. De kapel is in goede staat doch enige restauratiewerken dringen zich op. Het is betreurenswaardig te moeten vaststellen dat de verf van het plafond op sommige plaatsen is afgeschilferd.
In het koor staat een eiken portiekaltaar in Luikse Lodewijk XV-stijl uit de 18e Eeuw. Het altaar is versierd met een schilderij op doek van “Job bespot door zijn vrouw” (De Prée, midden 18e Eeuw). In de jaren 1975 werd het schilderij opgefrist door de plaatselijke schilder Charles Missotten. Dit verklaart zijn signatuur op het schilderij. Verder treffen we, naast verscheidene typerende dankbetuigingen, de beelden aan van de H. Job, H. Antonius, H. Mutien-Marie (broeder der christelijke scholen) en H. Maagd Maria.
Vroegere beelden van St.Job (18e E.), St.Anna ten Drieën (16e E.) en O.L.Vrouw (18e E.) werden evenals een stel bronzen kandelaars (18e E.) schaamteloos ontvreemd op 18 september 1974.
De oude kruisweg van de parochiekerk van Jeuk werd in de kapel van St.Job geplaatst en op 2 januari 1921 opgericht door Minderbroeder E.P. Joseph. Ook deze kruisweg maakt heden ten dage geen deel meer uit van het interieur.
De kapel is toegankelijk en biedt plaats aan een 50-tal gelovigen, waarbij deze zelfs gebruik kunnen maken van de 18e eeuwse knielbanken welke tussen de kerkstoelen zijn neergezet. Ook een oude communiebank en een beuken zitbankje maken deel uit van het meubilair.
De kapel is, zoals de naam het reeds verraadt, toegewijd aan de H. Job. Ze wordt nog regelmatig bezocht en trekt jaarlijks verscheidene pelgrims, vooral uit Wallonië. De mensen gaan er hulp afsmeken tegen zweren, maar vragen er blijkbaar ook bijstand bij andere problemen zoals besmettelijke ziekten, melaatsheid en armoede. De H. Job wordt ook veelvuldig aanroepen als trooster bij onheil. Vele gelovigen gingen zich zelfs bevoorraden aan de St. Jobbron (nu Cicindriabron) langs de kasteeldreef.
Wie was de H.Job eigenlijk? Het verhaal vertelt hoe Job als welstellende heer door God danig op de proef werd gesteld. Volgens de duivel was het immers gemakkelijk een godvruchtig man te zijn als je alles bezat en niets tekortkwam. Job verloor echter binnen de kortste tijd alles : zijn bezittingen, zijn vee, zijn huis, zijn kinderen en zelfs zijn gezondheid. Hij eindigde als oude, zieke man op een mestvaalt, zijn lichaam overdekt met zweren. Maar anders dan de duivel voorspeld had, keerde Job zich niet tegen God, die hem als beloning in zijn vroegere welstand herstelde en alle rampen ongedaan maakte.
Vaak voorkomende attributen zijn de potscherven waarmee hij de korsten van zijn zweren afschraapt of een ratel.
Enige bemerking : strikt genomen kon Job geen heilige zijn omdat hij uit het Oud Testament stamt, doch de Kerk heeft hem geheiligd omdat hij uitermate tot de verbeelding van de volksgeest sprak.
In Hasselbroek wordt de H. Job afgebeeld met de duivel kijkend over zijn schouder.
Een anekdote over een gebeurtenis die voorviel kort na de 1e Wereldoorlog is ons inziens toch het vermelden waard. De heer Felix Paques, de Jeukse hersteller en onderhoudsman van de manuele openbare waterpompen, had namelijk na het nuttigen van menige geestrijke dranken een weddenschap aangegaan met een naburige inwoner, de heer Velaers. Hij had het heldhaftig idee om het beeldje van de duivel in de kapel wit te verven. Enkele dagen na de daad bij het woord gevoegd te hebben werd hij echter geplaagd door kwaadaardige bloedzweren op het zitvlak, zevenoog genaamd. Enkel met behulp van een wandelstok kon hij zich nog verplaatsen. Nadat de kwaal zich nog verergerde moest hij noodgedwongen voor verzorging in het ziekenhuis van Sint-Truiden opgenomen worden. Aldaar deed hij, kermend van de pijn, de belofte om het beeld van de duivel opnieuw zwart te schilderen om alzo van de kwaal verlost te geraken, hetgeen ook gebeurde…
Meer informatie over deze en alle andere kapellen van de gemeente Gingelom kan U in onze publicatie ‘Kapelletjes langs ’s Heeren wegen te Gingelom‘ terugvinden. Deze uitgave is verkrijgbaar via het secretariaat of in de bibliotheek van Gingelom.