Op het kruispunt van de Keibergstraat en de Tomboschweg ligt te midden van de Haspengouwse velden een klein kapelletje, in de volksmond ‘Janskruis’ genaamd. Sommigen onder ons spreken van ‘St.-Janskruis’.
Waar de benaming ‘Janskruis’ vandaan komt, hebben we het raden naar. Deze locatie zou genoemd kunnen zijn naar een zoenkruis dat bij vonnis door de moordenaar diende te worden opgericht voor zijn slachtoffer ‘Jan’ voor een ter plaatse gepleegde moord. Of was het misschien een moordkruis dat hier door de rouwende familie geplaatst werd om de voorbijgangers op te roepen om te bidden voor het zielenheil van het vermoorde slachtoffer ‘Jan’. Het zou ook kunnen gaan om een ongevalskruis om het dodelijk ongeval van een zekere ‘Jan’ te herdenken of een hagelkruis om boer ‘Jan’ te beschermen tegen de vernieling van de veldvruchten bij hevige hagelslag. Een bezweringskruis behoort, gezien de volksverhalen die hieromtrent de ronde doen, ook tot de mogelijkheden; dit type kruis zou dan een restant zijn van een heidens geloof dat vlak na de kerstening werd geplaatst, meestal op een kruisweg, om boze geesten te weren.
Zelfs als er eertijds een kruis stond, zou het zeer moeilijk te definiëren zijn om welk soort kruis het hier ging, vermits de mogelijke reden van oprichting nog nauwelijks te achterhalen is. Ons baserend op het feit dat géén enkele nog levende figuur hier ooit een kruis heeft gezien, enkel een kapelletje, laten we deze moeilijke zoektocht dan ook voor wat het is…
Een andere hypothese zou erin bestaan dat ‘St.-Janskruis’ genoemd is naar de H. Johannes van het Kruis (°1542 +1591, feestdag op 14 december). Johannes van het Kruis was een mysticus en hervormde samen met H. Theresia van Avila de karmelietenorde. Tengevolge van een aan hem verschenen kruisdragende Christus wordt Johannes van het Kruis dikwijls afgebeeld met een groot kruis of kruisbeeld in de hand.
Al deze theorieën hebben we enkel aangehaald om een mogelijke verklaring te vinden voor de benaming ‘Janskruis’. Gezien de duisterheden die er rond deze plaats bestaan, wagen we ons er niet aan een stelling naar voren te schuiven welke de opheldering van de benaming ‘Janskruis’ kan staven.
Het oorspronkelijk gekend kapelletje dat hier stond was gehouwen uit hardsteen, voorzien van een kleine nis en was ongeveer 1,65m. hoog. Het tijdstip waarop het kapelletje hier werd geplaatst is moeilijk te achterhalen. Sommigen beweren dat het er kwam tijdens de 1e Wereldoorlog na een sabelgevecht te paard tussen een Duitse officier en een Belgische ruiter, welke Janskruis hadden bereikt na een achtervolgingsrit vanuit Gingelom. Deze bewering wordt echter door geen enkele bron gestaafd. We geven ze louter informatief mee.
Rond 1990 sloeg het noodlot hier toe. Nadat een plaatselijke boer het massief hardstenen kapelletje ongelukkig had aangereden en het daardoor los kwam te zitten, werd het vrij snel daarna door een gewetenloze gelegenheidsdief zonder schroom ontvreemd.
In 2003 werd door de gemeentelijke arbeiders op vrijwel dezelfde plaats een nieuw kapelletje in veldbrandsteen opgetrokken. Het was uitgerust met een halfrond gecementeerd dak en rondbogige nis. Het pover bouwwerkje viel echter niet in de smaak bij de plaatselijke bevolking zodat er vrijwel onmiddellijk werd overgegaan tot de bouw van het huidig kapelletje . Het kapelletje werd gebouwd in baksteen op een rechthoekig grondplan (78 cm x 58 cm) en is 1m75 hoog. Er is een rechthoekige nis voorzien en een uit 8 steenlagen gemetst tentdak.
Eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat dit nieuw bouwwerkje nauwelijks opweegt tegen de verdwenen charmes van het oorspronkelijke.
Aan wie het kapelletje oorspronkelijk was opgedragen is niet geweten. Sinds de bouw van het nieuwe kapelletje hebben vandalen reeds verscheidene beelden gestolen of vernield.
Aan Janskruis is tevens een heuse sagekring verbonden. Verscheidene sagen hieromtrent werden in menige huiskringen van Gingelom en Niel, los van elkaar, van generatie op generatie doorverteld. Enkele van die overgeleverde volksverhalen willen we u niet onthouden :
- Wie van de duivel een gunst wilde bekomen, moest om middernacht met een zwarte hen aan St.Janskruis staan.
- Aan Janskruis kwam om middernacht een zwarte hen met kuikentjes spoken.
- Wie heks wilde worden, moest met twee zwarte hennen om middernacht aan Janskruis gaan staan.
- Bij St.Janskruis zag men vroeger heksen dansen.
Deze waarnemingen zijn uiteraard nooit grondig onderzocht geweest en stammen waarschijnlijk uit de tijd dat er bij kaarslicht rond de open haard angstaanjagende verhalen werden verteld welke elkeen op zijn eigen wijze beleefde en op zijn eigengesponnen manier aan zijn nageslacht wist door te vertellen …
Meer informatie over deze en alle andere kapellen van de gemeente Gingelom kan U in onze publicatie ‘Kapelletjes langs ’s Heeren wegen te Gingelom‘ terugvinden. Deze uitgave is verkrijgbaar via het secretariaat of in de bibliotheek van Gingelom.